De althobo wordt ook wel Engelse hoorn genoemd - een merkwaardige benaming, die toch een beetje meer uitleg vraagt. Vroeger, toen er nog nauwelijks kleppen gebruikt werden, moest men de althobo in een hoek bouwen, omdat het instrument anders veel te lang zou zijn. In het Frans zei men “corps anglé”, wat letterlijk “gehoekt lichaam” betekent. Dat werd algauw “cor anglais”, vertaald als Engelse hoorn. Ook de term “cor anglais” zelf wordt vaak gebruikt.
De althobo wordt bespeeld met een gebogen koperen mondstuk (de “es”) waarop het riet wordt geschoven. De vingerzettingen en de kleppen zijn hetzelfde als bij de hobo, vandaar dat men gemakkelijk kan wisselen tussen beide instrumenten.
De althobo staat in F, wat wil zeggen dat je, als je vingerzetting een c is, je een f hoort, een kwint lager. Een vingerzetting g klinkt dus als een c.